HKC1.jpgHKC2.jpgHKC3.jpg

Noord Brabants museum

Binnenplaats boerderij in Berlicum (bij den bosch) haantje voorloper van porselein hollandse kriel?
Tussen 1850 en 1856, schilderij te zien in het Noord Brabants museum den Bosch

Henriëtte Ronner-Knip


 
Henriëtte Ronner-Knip
Henriëtte Ronner-Knip (Amsterdam, 31 mei 1821 - Elsene, 28 februari 1909) was een Nederlands-Belgisch kunstschilderes gespecialiseerd in romantische dierschilderingen. Ze is vooral bekend door haar schilderijen van katten.

Het was haar vader, Josephus Augustus Knip, die Henriëtte de eerste penseelstreken heeft bijgebracht. Josephus startte zijn loopbaan als behangselschilder, maar al snel was hij het aanbrengen van decoraties op wanden beu en legde hij zich toe op het schilderen van landschappen en dierstukken. De ouders Knip namen hun kinderen mee op de vele reizen die zij vanuit het zuiden des lands naar Frankrijk maakten, om daar in opdracht te schilderen voor rijkelui. Het was dan ook geen verrassing dat zowel Henriëtte als haar broer in de voetsporen traden van hun vader. Op elfjarige leeftijd kreeg zij een schildersezel cadeau, het begin van een vruchtbaar schildersbestaan. De opleiding die zij genoot bestond uit de talloze lesuren die zij met haar vader doorbracht in het atelier. Al snel bleek dat de jonge leerling op zoek ging naar scènes die zich op en rond het erf afspeelden, terwijl haar vader aandrong op het schilderen van historiestukken en portretten, genres die op dat moment beter in de markt lagen.

Zij specialiseerde zich in het schilderen van dieren. Het Noordbrabants Museum bewaart van haar een olieverfschilderij van een stalinterieur bij een boerderij in Berlicum. Daarop zijn allerlei dieren afgebeeld die door haar met een grote aandacht voor detail zijn weergegeven.
Zoals de andere verhuizingen was ook het vertrek naar Berlicum in 1839 noodgedwongen. Haar zieke moeder mocht namelijk van de arts niet meer in de stad wonen. Henriëtte voelde zich op het platteland zeer eenzaam. De benauwende eenzaamheid werd nog versterkt door de blindheid van haar vader en het vertrek van August die in Amsterdam een plaats probeerde te veroveren binnen de schilderswereld. Waarschijnlijk lukte hem dat niet op dat moment, want in 1847 woonde hij weer in Berlicum. Het liefst wilde Henriëtte verhuizen, maar financieel kon de familie zich dat niet veroorloven. Een gezonder en goedkoper onderdak dan in Noord-Brabant was niet denkbaar.

Na hun vaders dood in 1847 - haar moeders sterfdatum staat niet vast - bleven de beide kinderen nog een korte tijd in Berlicum wonen.
In Brabant schilderde en tekende Henriëtte Knip voornamelijk scènes op en rond het boerenerf, allerlei soorten dieren, landschappen en dorpstaferelen, zoals een Noord-Brabandsche markt